© e-design - Jan Engelblik
Stinzentuin Mildenburg

De Stinzentuin Mildenburg ligt in het

Mildenburgbos, direct achter de Donselaer in

Oostvoorne. Vrijwilligers zorgen voor het nodige

onderhoud van deze prachtige plek op het

voormalige Landgoed Mildenburg.

Het woord stins komt uit het Fries en betekent

stenen huis. In vroeger tijden waren die stinzen van

adellijke of aanzienlijke families die veelal

landgoederen bezaten. Het woord stinzenplant is

waarschijnlijk voor het eerst gebruikt in 1932 door

de heemkundige Jacob Botke. Hij werd geïnspireerd

door de naam stinzeblomkes, die de bevolking van

het dorp Veenwouden gaf aan het Haarlems

klokkenspel, dat aldaar rondom de Schierstins

groeide. Na 1950 raakte de term stinzenplanten in

heel Nederland in gebruik.

Stinzenplanten worden niet alleen op landgoederen

in Friesland gevonden, maar ook veel in Groningen

en Utrecht en langs de Hollandse en Zeeuwse

binnenduinrand. Een aardige definitie van

stinzenplanten is die van de Friese kenner Douwe

van der Ploeg. Voor hem zijn stinzenplanten

“planten die men aantreft op plaatsen die vanouds

gehoord hebben bij stinzen of states,

buitenplaatsen, oude boerderijen, enz. en die buiten

die terreinen in dezelfde omgeving niet in het wild

voorkomen”. In de regel gaat het om soorten met

opvallende bloemen, die vroeger op landgoederen

zijn uitgeplant en vervolgens zijn verwilderd en

ingeburgerd.

Stinzenplanten zijn over het algemeen planten die

in Nederland niet inheems zijn, ofwel planten

waarvan het verspreidingsgebied nog juist binnen

ons land valt, met natuurlijke standplaatsen die

beperkt zijn tot bijvoorbeeld het uiterste zuiden of

oosten. Het land van oorsprong van veel soorten ligt

behoorlijk ver hier vandaan. Hieronder staan enkele

voorbeelden van stinzenplanten met hun gebied

van herkomst:

- Winterakoniet

Midden- en Zuidoost Europa

- Holwortel

Centraal- en Zuid-Europa

- Krokus

Alpen, Pyreneeën, Balkan

- Sneeuwklokje

Zuid-Europa

- Bostulp

Zuidoost-Europa

-Wilde hyacint

Groot-Brittannië en een smalle

kuststrook van West-Europa, in

onze duinen hier en daar als

wilde plant.

Onze stinzenplanten zijn grotendeels voorjaars-

geofieten, dat wil zeggen ze bloeien in de vroege

lente. In de zomer en de winter overleven ze door

hun ondergrondse delen: een knol (b.v. Krokus,

Vingerhelmbloem, Holwortel), een bol (b.v. Bostulp,

Sneeuwklokje, Wilde hyacint) of een wortelstok

(b.v. Winterakoniet, Gele anemoon). Dit soort

planten hoort thuis in bossen, waar ’s zomers weinig

licht is. Na de vroege bloei sterven de bovengrondse

delen af zodra de bomen hun volle bladerdek

hebben. Voorjaarsgeofieten hebben dus slechts een

korte vegetatieperiode. Voordat de bomen in blad

komen en het licht wegnemen, moeten ze groeien,

bloeien, vruchtzetten en reservevoedsel vergaren in

knol of bol. Om dit mogelijk te maken moet de

bodem voedselrijk zijn, de grond los en luchtig en in

het voorjaar vochtrijk, maar niet te nat.

Info over de stinzentuin door Erik de Boer

Op het Landgoed Mildenburg is vroeger nooit een tuin

met stinzenplanten geweest. Dit in tegenstelling tot

veel andere landgoederen in de binnenduinrand van

Holland en Zeeland. In 1993 startte Rein Ram met de

aanleg van een stinzentuin in het Mildenburg, op een

met ruigtekruiden overwoekerd stukje landgoedbos

direct achter de Donselaer. De Stinzentuin Mildenburg

wordt daarom ook wel Reiniers Hof genoemd. Vroeger

waren op deze plaats volkstuinen. Later heeft Cees

Sipkes hier zijn bijzondere planten opgeslagen.

De Stinzentuin Mildenburg wordt beheerd en vrijwel

elke maandagmiddag onderhouden door vrijwilligers

van het Zuid-Hollands Landschap. De vrijwilligers-

groep staat onder leiding van René Vervoort en

bestaat verder uit Corrie Engelblik, Tieneke Bosker,

Peter Moree en ikzelf. Fotografie, website, nieuwsbrief

en Facebookpagina worden verzorgd door Jan

Engelblik.

Zoals in vrijwel elke tuin bestaat het onderhoud in de

Stinzentuin voornamelijk uit wieden, wieden en

wieden. Daslook en Bonte gele dovenetel zijn

weliswaar stinzenplanten, maar zij zijn zo succesvol in

Reiniers Hof, dat zij voortdurend bestreden moeten

worden, om zodoende andere stinzenplanten als

Bosanemoon, Vingerhelmbloem, Holwortel, Oosterse

anemoon, Sneeuwroem, Stengelloze sleutelbloem,

Wilde narcis, Boerenkrokus, Sneeuwklokje,

Winterakoniet en Gevlekte dovenetel een kans te

geven. Soms neemt het wieden grote vormen aan:

struiken worden gesnoeid en een enkele keer wordt

zelfs een boom geveld omdat deze in winter en

voorjaar teveel licht tegenhoudt, waardoor in een deel

van de tuin nauwelijks stinzenplanten kunnen

groeien. Ook drinken sommige bomen ‘s zomers meer

water dan goed is voor de omliggende delen van de

tuin.

En natuurlijk wordt er zo nu en dan ook ‘opbouwend

werk’ verricht. Ieder jaar in november planten wij

enkele duizenden nieuwe bollen, knollen en stukjes

wortelstok, in de hoop dat de tuin het volgende

voorjaar nog uitbundiger zal bloeien. Helaas is dit

laatste niet altijd het geval. De grond in de tuin is

relatief arm voor stinzenplanten. Ook leven in het

Mildenburgbos veel muizen en reeën die graag een

bolletje of bloemetje lusten. Bostulpen, die in

Friesland op vele plaatsen met honderden uitbundig

bloeien, lijden bij ons slechts een kwijnend bestaan.

Maar ik ken geen andere stinzentuin waar de variatie

aan stinzenplanten zo groot is als in de Stinzentuin

Mildenburg. Naast de hiervoor al genoemde soorten

staat er ook Blauwe anemoon, Bonte krokus, Eenbes,

Gevlekt longkruid, Gevlekte aronskelk, Herfsttijloos,

Italiaanse aronskelk, Kievitsbloem, Lenteklokje,

Trompetnarcis, Slanke sleutelbloem en nog meer…

Ik houd van de felle kleuren van de bloeiende

stinzenplanten in het vroege voorjaar. In het late

voorjaar bloeien er minder planten, maar zorgt het

gedempte licht onder de bomen voor een prachtige

sfeer. Ontspannen vanaf het bankje uitkijken over de

tuin geeft dan een heerlijke beloning voor al het

maandagmiddagwerk.

Wil je meewerken in de Stinzentuin? Kom langs op

maandagmiddag! Wil je meekijken op afstand? Er is

een website www.stinzentuin-mildenburg.nl en

Stinzentuin Mildenburg is ook te vinden op Facebook.

Maar het allermooiste is natuurlijk: ga naar de tuin en

geniet!

Erik de Boer

TOP
Vrijwilligers Zuid-Hollands Landschap

Holwortel

De Stinzentuin Mildenburg ligt in het

Mildenburgbos, direct achter de Donselaer in

Oostvoorne. Vrijwilligers zorgen voor het nodige

onderhoud van deze prachtige plek op het

voormalige Landgoed Mildenburg.

Het woord stins komt uit het Fries en betekent stenen

huis. In vroeger tijden waren die stinzen van adellijke

of aanzienlijke families die veelal landgoederen

bezaten. Het woord stinzenplant is waarschijnlijk voor

het eerst gebruikt in 1932 door de heemkundige Jacob

Botke. Hij werd geïnspireerd door de naam

stinzeblomkes, die de bevolking van het dorp

Veenwouden gaf aan het Haarlems klokkenspel, dat

aldaar rondom de Schierstins groeide. Na 1950 raakte

de term stinzenplanten in heel Nederland in gebruik.

Stinzenplanten worden niet alleen op landgoederen in

Friesland gevonden, maar ook veel in Groningen en

Utrecht en langs de Hollandse en Zeeuwse

binnenduinrand. Een aardige definitie van

stinzenplanten is die van de Friese kenner Douwe van

der Ploeg. Voor hem zijn stinzenplanten “planten die

men aantreft op plaatsen die vanouds gehoord

hebben bij stinzen of states, buitenplaatsen, oude

boerderijen, enz. en die buiten die terreinen in

dezelfde omgeving niet in het wild voorkomen”. In de

regel gaat het om soorten met opvallende bloemen,

die vroeger op landgoederen zijn uitgeplant en

vervolgens zijn verwilderd en ingeburgerd.

Stinzenplanten zijn over het algemeen planten die in

Nederland niet inheems zijn, ofwel planten waarvan

het verspreidingsgebied nog juist binnen ons land valt,

met natuurlijke standplaatsen die beperkt zijn tot

bijvoorbeeld het uiterste zuiden of oosten. Het land

van oorsprong van veel soorten ligt behoorlijk ver hier

vandaan. Hieronder staan enkele voorbeelden van

stinzenplanten met hun gebied van herkomst:

-Winterakoniet

Midden- en Zuidoost Europa

-Holwortel

Centraal- en Zuid-Europa

-Krokus

Alpen, Pyreneeën, Balkan

- Sneeuwklokje

Zuid-Europa

-Bostulp

Zuidoost-Europa

-Wilde hyacint

Groot-Brittannië en een smalle

kuststrook van West-Europa, in onze

duinen hier en daar als wilde plant.

Onze stinzenplanten zijn grotendeels voorjaars-

geofieten, dat wil zeggen ze bloeien in de vroege lente.

In de zomer en de winter overleven ze door hun

ondergrondse delen: een knol (b.v. Krokus,

Vingerhelmbloem, Holwortel), een bol (b.v. Bostulp,

Sneeuwklokje, Wilde hyacint) of een wortelstok (b.v.

Winterakoniet, Gele anemoon). Dit soort planten hoort

thuis in bossen, waar ’s zomers weinig licht is. Na de

vroege bloei sterven de bovengrondse delen af zodra

de bomen hun volle bladerdek hebben.

Voorjaarsgeofieten hebben dus slechts een korte

vegetatieperiode. Voordat de bomen in blad komen en

het licht wegnemen, moeten ze groeien, bloeien,

vruchtzetten en reservevoedsel vergaren in knol of bol.

Om dit mogelijk te maken moet de bodem voedselrijk

zijn, de grond los en luchtig en in het voorjaar vochtrijk,

maar niet te nat.

Op het Landgoed Mildenburg is vroeger nooit een tuin

met stinzenplanten geweest. Dit in tegenstelling tot

veel andere landgoederen in de binnenduinrand van

Holland en Zeeland. In 1993 startte Rein Ram met de

aanleg van een stinzentuin in het Mildenburg, op een

met ruigtekruiden overwoekerd stukje landgoedbos

direct achter de Donselaer. De Stinzentuin Mildenburg

wordt daarom ook wel Reiniers Hof genoemd. Vroeger

waren op deze plaats volkstuinen. Later heeft Cees

Sipkes hier zijn bijzondere planten opgeslagen.

De Stinzentuin Mildenburg wordt beheerd en vrijwel

elke maandagmiddag onderhouden door vrijwilligers

van het Zuid-Hollands Landschap. De vrijwilligers-

groep staat onder leiding van René Vervoort en bestaat

verder uit Corrie Engelblik, Tieneke Bosker, Peter

Moree en ikzelf. Fotografie, website, nieuwsbrief en

Facebookpagina worden verzorgd door Jan Engelblik.

Zoals in vrijwel elke tuin bestaat het onderhoud in de

Stinzentuin voornamelijk uit wieden, wieden en

wieden. Daslook en Bonte gele dovenetel zijn

weliswaar stinzenplanten, maar zij zijn zo succesvol in

Reiniers Hof, dat zij voortdurend bestreden moeten

worden, om zodoende andere stinzenplanten als

Bosanemoon, Vingerhelmbloem, Holwortel, Oosterse

anemoon, Sneeuwroem, Stengelloze sleutelbloem,

Wilde narcis, Boerenkrokus, Sneeuwklokje,

Winterakoniet en Gevlekte dovenetel een kans te

geven. Soms neemt het wieden grote vormen aan:

struiken worden gesnoeid en een enkele keer wordt

zelfs een boom geveld omdat deze in winter en

voorjaar teveel licht tegenhoudt, waardoor in een deel

van de tuin nauwelijks stinzenplanten kunnen groeien.

Ook drinken sommige bomen ‘s zomers meer water

dan goed is voor de omliggende delen van de tuin.

En natuurlijk wordt er zo nu en dan ook ‘opbouwend

werk’ verricht. Ieder jaar in november planten wij

enkele duizenden nieuwe bollen, knollen en stukjes

wortelstok, in de hoop dat de tuin het volgende

voorjaar nog uitbundiger zal bloeien. Helaas is dit

laatste niet altijd het geval. De grond in de tuin is

relatief arm voor stinzenplanten. Ook leven in het

Mildenburgbos veel muizen en reeën die graag een

bolletje of bloemetje lusten. Bostulpen, die in Friesland

op vele plaatsen met honderden uitbundig bloeien,

lijden bij ons slechts een kwijnend bestaan. Maar ik

ken geen andere stinzentuin waar de variatie aan

stinzenplanten zo groot is als in de Stinzentuin

Mildenburg. Naast de hiervoor al genoemde soorten

staat er ook Blauwe anemoon, Bonte krokus, Eenbes,

Gevlekt longkruid, Gevlekte aronskelk, Herfsttijloos,

Italiaanse aronskelk, Kievitsbloem, Lenteklokje,

Trompetnarcis, Slanke sleutelbloem en nog meer…

Ik houd van de felle kleuren van de bloeiende

stinzenplanten in het vroege voorjaar. In het late

voorjaar bloeien er minder planten, maar zorgt het

gedempte licht onder de bomen voor een prachtige

sfeer. Ontspannen vanaf het bankje uitkijken over de

tuin geeft dan een heerlijke beloning voor al het

maandagmiddagwerk.

Wil je meewerken in de Stinzentuin? Kom langs op

maandagmiddag! Wil je meekijken op afstand? Er is

een website www.stinzentuin-mildenburg.nl en

Stinzentuin Mildenburg is ook te vinden op Facebook.

Maar het allermooiste is natuurlijk: ga naar de tuin en

geniet!

Erik de Boer

Stinzentuin Mildenburg

Info over de stinzentuin door Erik de Boer

TOP
Vrijwilligers Zuid-Hollands Landschap

Holwortel